Afrekenen bij de Albert Heijn Van Woustraat. Caissière : “Heeft u het allemaal kunnen vinden?” Ik: ‘Hmwat?’ “Heeft u het kunnen vinden?” ‘Hoe bedoelt u?’ “Of u alles heeft weten te vinden.” (ongemakkelijke stilte) ‘Nee.’ “Nee? Waarmee kan ik u helpen?” ‘Nergens mee. Ik zocht niks. Dus dan kan ik ook niks vinden.’ (ongemakkelijke stilte, caissière kijkt chagrijnig en gaat zwijgend door met boodschappen scannen). Ik, met schuldgevoel richting caissière: ‘Waarom vraag je dit eigenlijk? Is dit nieuwe policy?’ Caissière mompelt teneergeslagen: “Ja, dit moeten we vragen.”
Conclusies:
* Wat zijn supermarkten toch ook een nare plek om te komen.
* Bij nader inzien, zoek ik toch een aantal dingen. Bijvoorbeeld mijn fileermesje met oranje heft, die kan ik nergens meer vinden.
* Ook zoek ik mijn zomersokken: spoorloos verdwenen.
* Ik zoek tevens nog een goeie, betaalbare auto met grijs kenteken.
Stel dat jullie niks zoeken, zouden jullie bovenstaand dan namens mij bij de Albert Heijn willen neerleggen als jullie de vraag “Heeft u het kunnen vinden” krijgen? Soort lenen van de bonuskaart van degene achter je in de rij, maar dan anders.
Dank, reeds!
Even serieus: het is natuurlijk overduidelijk wat er hier getracht wordt te doen, namelijk een persoonlijk tintje geven aan het klantcontact. Echter, een regel uitvaardigen dat in heel het land 1 en hetzelfde zinnetje wordt herhaald totdat iedereen het spuugbeu is, gaat natuurlijk niet werken.
Bij Albert Heijn hebben ze nog nooit gehoord van het Chinese spreekwoord “Geef een man een vis en hij heeft eten voor één dag. Leer een man vissen en hij heeft eten voor heel zijn leven.” Oftewel: geef mensen een cursus klantvriendelijkheid en begeleid ze daarin, in plaats van ze slaafs zinnetjes op te laten dreunen.
Ik voel me een stuk klantvriendelijker behandelt door de groenteboer op de Albert Cuyp die vloekt, boert en schuine moppen tapt maar wel oprecht geïnteresseerd vraagt hoe het met me gaat, dan onverschillig gepre-formatte nep-beleefdheidszinnetjes van 10 AH caissières bij elkaar.